Skip to content

Het is donderdag 2 februari 1995. Al een week lang stijgt het water in de rivieren tot extreme hoogte. In het Gelderse Rivierengebied, maar ook in Gorinchem-Oost, zijn in de dagen daarvoor al een kwart miljoen mensen geëvacueerd.

Anne Wind is op dat moment dijkgraaf van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden, het waterschap dat verantwoordelijk is voor versterking en onderhoud van de rivierdijken. Op zijn schouders rust een enorme last. Hij voert al dagenlang koortsachtig overleg met burgemeester. Hij is in die dagen maar met één ding bezig: moeten ook de bewoners in zijn werkgebied vertrekken? Het waterschap beschikt over de deskundigheid om dat te beoordelen.

Die middag geeft Wind aan de Zuid-Hollandse commissaris van de Koningin mevrouw Leemhuis het advies om niet te evacueren. Mocht het toch nog mis gaan, dan kan er altijd worden gekozen voor het ‘vege lijf’-scenario, waarbij mensen bij een dreigende dijkdoorbraak alsnog hals over kop zullen moeten vetrekken. Met achterlating van have en goed. Wind is zich terdege bewust van de risico’s. Die donderdag staat hij op de dijk te kijken. Hij ziet die enorme brede rivier. Wat een water! ‘Ik weet nog dat ik dacht: ‘Wat nou als we het mis hebben.’

Wereldnieuws
Het hoge water houdt Nederland eind januari en begin februari een weeklang in de greep. Het waterpeil in de grote rivieren stijgt eind januari, begin februari tot ongeveer 16,75 meter boven NAP bij Lobith. Zo hoog is het sinds de watersnood van 1926 niet meer geweest. De uiterwaarden lopen onder, het wassende water komt tot een halve meter onder de kruin van de dijk.

De evacuatie is wereldnieuws. De internationale pers is vooral gefocust op het Gelderse dorpje Ochten, waar een gat in de dijk is ontdekt. Vrijwilligers slepen met man en macht zandzakken aan om de zwakke plek te verstevigen.

Waterschappen nemen al vroeg hun maatregelen. Coupures worden gesloten. Vrijwilligers inspecteren de dijken. Op zoek naar eventuele scheuren.

Gorinchem
Ook bij het hoogheemraadschap voor de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden wordt serieus rekening gehouden met de mogelijkheid dat het mis gaat. De situatie in Gorinchem is gespannen. De gemeente behoort bestuurlijk weliswaar tot de provincie Zuid-Holland. Maar het oostelijk deel van de stad, waar in de jaren daarvoor veel woningen zijn gebouwd, vormt feitelijk het laagste deel van de Tieler- en Culemborgerwaard. In een huis-aan-huis bezorgde brief van de gemeente staat een dramatische passage: Het heeft weinig zin huisraad naar hogere gedeelten te brengen. De vloedgolf na een dijkdoorbraak zal het hele gebied zo’n vijf meter onder water zetten.’

Burgemeester Piet IJssels maant de inwoners tijdens een emotionele informatiebijeenkomst in sporthal De Oosterbliek om te vertrekken. ‘U moet voorkomen in paniek te raken. Wanneer de sirenes gaan loeien, hebben wij absoluut geen tijd te verliezen.’

De angst is terecht. Er wordt namelijk noordwester storm verwacht in combinatie met springtij. Het zou namelijk betekenen dat het rivierwater niet kan afstromen naar zee. Een worst case scenario.

De evacuatie van het Gelders Rivierengebied verloopt tamelijk chaotisch. De snelwegen, waaronder de A2, raken overbelast. De achtergelaten dorpen en steden worden bewaakt door de ME.

Camping De Vrijheid
Ook in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden worden er mensen serieus getroffen door het hoge water. Dat geldt met name voor camping De Vrijheid in de uiterwaarden bij Tienhoven. Alle caravans komen tot aan het dak onder water te staan. ‘We hebben dag en nacht gestreden. Het was tevergeefs. We hebben verloren’, verzucht eigenaar Ben Nijhuis in Het Kontakt.

Ook in Vianen kijken bewoners benauwd naar het wassende water. Het water in de rivier stijgt tot ongeveer 5 meter 81 boven NAP, een halve meter hoger dan tijdens de kerstdagen van 1993.

Bewoners van de Buitenstad sjouwen met zandzakken die door de gemeente ter beschikking zijn gesteld.

Vrijwilligers van de dijkwacht inspecteren de Lekdijk. Elk klein scheurtje kan wijzen op gevaar. Het hoogheemraadschap heeft op diverse punten gele nagels in de dijk geslagen die door de dijkwachters in de gaten moeten worden gehouden. Als de afstand tussen de punten groter of kleiner wordt moet er alarm worden geslagen. Want dat duidt mogelijk op verschuivingen. Maar ze kijken ook heel goed of er geen grote stukken hout tegen de dijk beuken. Want ook dat kan de dijk ondermijnen.

Ponthoeve
Boer Gert Baars is de enige bewoner in Vianen die met zijn gezin daadwerkelijk moet vertrekken. Zijn melkveehouderij De Ponthoeven staat pal aan de rivier. Weliswaar wat hoger, maar de situatie wordt op enig moment toch behoorlijk penibel. Al op zaterdag verkast hij zijn 115 stuks koeien en kalveren naar een grote hal in Bunnik, waar normaal gesproken veilingen voor vee worden gehouden.

Van paniek is nooit sprake geweest, zegt Baars later in een kranteninterview. ‘Ik was erop voorbereid en ik heb de hele operatie tijdig kunnen plannen.’ De wateroverlast blijft uiteindelijk beperkt tot het laagst gelegen gedeelte van de stal. Baars heeft er opnieuw van geleerd. ‘Wat moet je altijd proberen voor te zijn, dat is heel wat gemakkelijker dan dat je er tegen moet vechten.’

Ook groenteboer Baars moet zijn maatregelen nemen. Hij moet zijn groenten, fruit en aardappelen om hoog brengen in de koelruimtes.

Bertus Clements, boer en beheerder van een camping aan de Middelwaard is wel wat gewend als het om hoog water gaat. Maar ook hij heeft het water in zijn leven nog nooit zo hoog zien staan. Zijn woning is in die dagen uitsluitend bereikbaar met een bootje. Veel mensen bieden spontaan hun hulp aan bij het verslepen van de caravans naar een hoger gedeelte. ‘Als je dan zo met elkaar bezig bent, dan is het nog best gezellig. Alles heeft zo zijn charme.’ Bertus blijft er allemaal nuchter onder. ‘Eigenlijk is het niet zo vreselijk spectaculair.’

Die week moet het hoogheemraadschap nog daadwerkelijk in actie komen bij de Lekdijk in de wijk De Hagen. Daar dreigt de dijk te worden ondermijnd door zandmeevoerende wellen (piping). De dijk wordt over een lengte van 250 meter versterkt met een 7,5 meter brede 50 50 centimeter dikke steunberm.

De verwachte noordwester storm die voor dinsdag was voorspeld blijft uit. Op de donderdag erna is het prachtig weer. Iedereen haalt opgelucht adem. Maar het duurt nog zeker vijf dagen voordat het gevaar helemaal is geweken. Na die spannende week overheerst bij de Rivierenlanders maar één wens: en nu als de wiedeweerga aan de slag met versterking van de rivierdijken. Dat gebeurt. Nog hetzelfde jaar gaan op veel plekken de spade de grond in.

Dick Aanen

Minstens 33 overstromingen in Alblasserwaard en Vijfheerenlanden

De Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden zijn sinds het begin van de omdijking in 1277 maar minstens 33 keer slachtoffer geweest van een overstroming.

Voormalige politicus en streekkenner Maarten Schakel heeft in het boek ‘De Waterwolf slaat toe’ allemaal beschreven. ‘Drieëndertig maal heeft de bevolking zich hervonden, de handen uit de mouwen gestoken en gered wat er te redden viel’, schrijft hij. ‘Dan werden de ruggen gekromd en de gaten gedicht. Dan werd het naar binnen gebulderde water weer zoetjesaan teruggeleid naar de plaats, waar het hoort: de rivier.’

Vijftien van de 33 keer was de overstroming het gevolg van hoogwater in de grote rivieren, negen keer was er sprake van stormvloed en zes keer werd de watersnoodramp veroorzaakt door ijsdammen. De ergste periode was die tussen 1523 en 1574. Toen werd het gebied maar liefst tien keer geruïneerd door een overstroming. De Allerheiligenstormvloed van 1 november 1570 doet nog het meest denken aan de Watersnoodramp van 1953. Een jaar later slaat het water een enorm gat in en achter de Diefdijk. Bij die overstroming ontstond de Wiel van Bassa, nog altijd één van de fraaiste overblijfselen van de dramatische geschiedenis van onze streek.

Maar ook in de 18e en 19e eeuw vinden grote overstromingen plaats.

Eén van de meest ingrijpende overstromingen voor de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden was die van 1740/41. Een dag voor kerst brak de dijk tussen Ameide en Lexmond. Een goede week later –op 3 januari 1741- was er ook een inbraak van de Lingedijk onder Kedichem. Mens en dier vluchtten op de zolder, in de kerken, naar dijken en steden. In korte tijd was de gehele streek in een barre zee veranderd. Nooit eerder heeft het water zo hoog gestaan. Het heeft bijna een jaar geduurd voordat het water weer uit de polders was verdwenen.

Maar ook de overstroming van 1809 is verschrikkelijk. Op 15 januari steekt een storm op en breekt de Waaldijk op vijf plaatsen door. Massa’s water storten zich in de Betuwe en tot aan de Diefdijk komt het helemaal blank te staan. In de Tielerwaard verdrinken honderd mensen. Ook de Diefdijk houdt het niet, waardoor ook de polders van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden overstromen.

Maarten Schakel: ‘Is het een wonder dat die waterdreiging een stempel zette op het volk, dat geboren werd, leefde, zwoegde en stierf in de landen tussen Merwede-, Lek- Noord- en Diefdijk. Ze rekenden ermee: in hun huizenbouw, in de bedrijfsvoering, in de plaatsing van hun kerken, in hun alarmeringssysteem, in hun dijk- en waterschapsorganisatie.’

Back To Top